foto_studie
 

Mindmappen

De mindmap regels

I. Bezint eer ge begint!
Bedenk wat je doel is. Verzamel het benodigde materiaal (papier, potlood en gum, kleurpotloden, studiemateriaal). Bedenk wat het hoofdonderwerp van je mindmap is en schrijf alle mogelijke hoofd- en bijzaken van het onderwerp in een ca. vijf minuten durende brainstorm op. Breng structuur aan in je lijstje (schrap wat overbodig is en maak een hierarchische opbouw = van meest naar minst belangrijk schikken).

II. Neem een blanco papier en leg het horizontaal (landscape) voor je neer

III. Begin in het centrum

IV. Gebruik een afbeelding of foto om het centraal onderwerp voor te stellen
Een beeld zegt meer dan duizend woorden.

V. Gebruik zo veel mogelijk verschillende kleuren
Hoe meer kleuren je gebruikt, hoe meer verschil er ontstaat tussen de verschillende onderwerpen. Hoe meer verschil er tussen onderwerpen is hoe minder kans op verwarring. Kleuren helpen om structuur in de leerstof aan te brengen. Gebruik de kleuren als een extra codering voor de leerstof. Wanneer je de herinnering probeert op te halen kan je de kleur waarin het beschreven staat als extra ophaalhint gebruiken.

VI. Verbindt de hoofdvertakkingen met de centrale afbeelding

VII. Verbindt de subvertakkingen met de hoofdvertakkingen zodat alles met elkaar verbonden is

VIII. Schrijf leesbaar (HOOFDLETTERS)
Als je het niet meer kunt lezen dan kun je de mindmap natuurlijk niet gebruiken. Een tip hierbij is om hoofdletters te gebruiken, dit zorgt vanzelf voor een duidelijk schrift. Het zorgt er ook voor dat je niet teveel woorden gebruikt en het trekt de aandacht (= opvallend). Bijzaken kun je dan met kleine letters schrijven (=extra codering).

IX. Maximaal één woord per vertakking
Deze regel is het moeilijkst om altijd toe te passen, maar probeer er zoveel mogelijk naar te streven. Hoe minder woorden, hoe makkelijker alles te onthouden is.

X. Gebruik zoveel mogelijk afbeeldingen (tekeningetjes, codes of symbolen) om de leerstof voor te stellen
Symbolen hebben al een betekenis en vergen dus geen extra energie om te onthouden. Cartoons wekken emotie (lachen) op en zorgen dus voor een “dieper” geheugenspoor. Een tekening zegt meer dan duizend woorden.

XI. Elk woord of elke tekening moet voor iets uniek staan
Dit voorkomt verwarring. Hoe specifieker de informatie opgeslagen wordt, hoe makkelijker de informatie terug opgehaald kan worden.

Deze regels voor mindmappen zijn overgenomen van de Memorom van het Geheugenteam van de Universiteit Maastricht.

Top

28 juni 2010